“Lezen, voor groot en klein!” | Tips voor het voorlezen van jouw kind
Elk jaar vieren we De Nationale Voorleesdagen. Speciaal voor baby’s, peuters en kleuters, want je kunt niet vroeg genoeg beginnen met voorlezen. Zo bevorderen we het voorlezen aan kinderen die dat zelf nog niet kunnen en worden kleintjes, grote lezers.
Voorlezen is één van de manieren om taal te stimuleren. Kinderen leren taal vanuit hun aangeboren taalvermogen en vanuit de mensen om hen heen die taal aanbieden en voordoen. Niet voor niks is dan ook taal één van onze speerpunten. Taal is een basisvaardigheid voor het leven. Een belangrijk middel om de wereld te leren kennen en te verkennen. We gebruiken het hele dag door om dingen uit te leggen, te leren, met anderen te communiceren en onszelf te uiten. We verwoorden met taal onze emoties, wensen en meningen. Het is dan ook de verbinding tussen het kind en de wereld.
Goede kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling van jonge kinderen en zeker op het gebied van taalontwikkeling hebben wij als Kids2b veel te bieden! We vinden daarom een taalrijke omgeving voor alle kinderen van groot belang. Dit vertaalt zich in veel ruimte voor taalactiviteiten, zoals voorlezen, liedjes, gebruik van taal bij spel en activiteiten, en een gevarieerd en ruim boekenaanbod.
Lezen en voorgelezen worden is op elke leeftijd leuk, maar tevens ook een stimulans voor de (taal)ontwikkeling. Onderzoek wijst uit dat het belangrijk is om zo vroeg mogelijk te beginnen met voorlezen en dat dit tevens zinvol en leuk blijft als een kind al zelf kan lezen.
Baby
Een kind leert in zijn of haar eerste maanden onderscheid te maken tussen zichzelf en de buitenwereld. Voelboekjes en knisperboekjes zijn reuze interessant voor een baby die op ontdekkingstocht is. Daarnaast leren baby’s er ontzettend veel van als ze worden voorgelezen. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen die als baby regelmatig zijn voorgelezen, vaak beter in taal zijn. Baby’s horen door ze voor te lezen, woorden die ze doorgaans niet horen, en oefenen daarnaast al de luistervaardigheid en concentratie.
Dreumes/peuter
Van 1,5 tot 3 jaar zijn kinderen echte ontdekkers, ze gaan zich zelfstandig voortbewegen en gaan op onderzoek uit. Op deze leeftijd krijgen kinderen oog voor detail, ze worden oplettender en kunnen langer geconcentreerd blijven. Aanwijsboekjes en eenvoudige zoekboekjes zijn op deze leeftijd een groot succes. Aan peuters kunnen korte prentenboeken worden voorgelezen. Op deze leeftijd vinden ze herhaling erg fijn, het liefste hebben ze dat het prentenboekje herhaaldelijk aan ze wordt voorgelezen. Doe dit dan ook vooral.
Kleuter
Van 3 tot 6 jaar krijgen kinderen behoefte aan een veilige en voorspelbare wereld. Vaak vinden ze het fijn om vaker uit hetzelfde boek te worden voorgelezen in verband met herkenning van beelden en tekst. Dit geeft een gevoel van grip op de wereld om hen heen.
Een boek is ook een goed middel om gevoelens en emoties te benoemen. Woordgrapjes, rijm en het alfabet stimuleren de taalontwikkeling van kinderen. Ook gevoel voor zinsbouw en grammatica ontwikkelt zich doordat kinderen in aanraking komen met boekentaal. In deze leeftijd vinden kinderen fantasieverhalen, zoals sprookjes, vaak ook erg leuk!
Schoolkind
Kinderen in de schoolleeftijd leren lezen en schrijven. Ze zijn vaak hartstikke trots op deze vaardigheden. En terecht! Er gaat nu een hele nieuwe wereld voor ze open. Dit is tevens een belangrijke leeftijd om te blijven voorlezen. Kinderen kunnen in verloop van tijd weliswaar zelf lezen, maar zelfstandig een heel verhaal lezen is vaak nog wat te hoog gegrepen. Ook wanneer kinderen steeds leesvaardiger worden blijft het goed om hen voor te lezen. Het motiveert kinderen om plezier in het lezen van boeken te krijgen en te houden. Daarnaast blijven ze in aanraking komen met nieuwe woorden en geeft het hen de mogelijkheid om weg te dromen bij een leuk of spannend verhaal.
8 handige tips voor het voorlezen van een boek:
- Kies het juiste boek | Bij het kiezen van een boek helpt het om te bedenken wat op dit moment past bij de belevingswereld van je kind. Er speelt immers van alles, zoals een verjaardag die eraan komt, de komende vakantie, de seizoenen of een lievelingsdier. Of kies een boek dat aansluit bij een thema op school.
- Voorleesrituelen | Kinderen raken vertrouwd met allerlei rituelen; “zo doen wij dat altijd!” Het is fijn om ook van het voorlezen een dagelijks ritueel te maken. Kies een vertrouwd moment of een knusse plek waar weinig afleiding is.
- Kies een boek dat net iets te moeilijk is | Een boek mag net iets te moeilijk zijn. Je leest het immers voor. Je kind leert er van.
- Een goede voorbereiding | Lees de titel van het boek voor en praat met je kind over de voorkant. Maak het nieuwsgierig naar het verhaal. Als je de kaft samen bekijkt, kun je samen bedenken waar het boek over zou kunnen gaan.
- Voorspel samen het verhaal | Vraag tijdens het voorlezen aan je kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Door te vragen wat er allemaal kan gebeuren, denken kinderen goed na over het verhaal en leren ze probleemoplossend te denken.
- Leer van moeilijke woorden | Wanneer er moeilijke woorden in het boek staan, worden deze in de context van het verhaal wel duidelijk. Zo niet, dan help je je kind het nieuwe woord te leren door er een plaatje bij aan te wijzen. Of geef een voorbeeld of een vervangend woord en herhaal dan opnieuw het lastige woord. Zo onthoudt het kind het woord beter, dit helpt bij de ontwikkeling van het taalgebruik.
- Laat je kind meepraten met het verhaal | Geef je kind de gelegenheid mee te praten als je het verhaal voorleest. Alle opmerkingen zijn goed, het kind heeft tenslotte een eigen interpretatie van het verhaal en kan ook meepraten vanuit eigen ervaringen. Daar kun je vervolgens weer op ingaan en zo blijft het kind betrokken bij het verhaal.
- De kracht van herhaling | Er is een grote kans dat je kind een leuk verhaal nog een keer wil horen. En nog een keer. En nog een keer. En dat is eigenlijk heel goed, want elke keer leert het iets nieuws. Bij de eerste keer voorlezen is je kind geboeid, bij de tweede keer is er het feest der herkenning, bij de volgende keren ontstaat oog voor detail en ontdekt het steeds weer iets nieuws in de plaatjes. Het hoeft ook niet saai te worden; bedenk bijvoorbeeld elke keer een ander onderwerp om het na afloop over te hebben.